De rechter en de kwaliteit van de vertaling. Feuilleton - aflevering 1: Fields & co

KameelDe rechter en de kwaliteit van de vertaling. Een spannend feuilleton in acht afleveringen van de hand van Isabelle Bambust.

In deze eerste aflevering maakt u kennis met de hoofdrolspelers Fields & co en wordt u al meteen geconfronteerd met verschillende opvattingen over vertaalkwaliteit.

Gent, Isabelle Bambust - Is alle vertaal- en tolkwerk altijd en overal kwaliteitsvol? Neen. Maar de kwaliteit van een vertaling beoordelen is een lastige zaak. Het hangt er maar van af wat je onder kwaliteit verstaat en hoe je vertaalkwaliteit benadert.

 

Geen oordeel zonder vertaaltheorie

Om de kwaliteit van een vertaling te beoordelen val je eigenlijk altijd bewust of onbewust terug op een vertaaltheorie. Een vertaaltheorie is een geheel van theoretische opvattingen over vertalen. Die opvattingen bepalen vervolgens je vertaalstrategieën. Een vertaalstrategie is een manier waarop je een tekst op grond van een vertaaltheorie kunt vertalen. Het resultaat kun je dan beoordelen op basis van de toegepaste vertaaltheorie en de daarmee samenhangende strategieën.

 

Geen vertaaltheorie zonder omgevingsfactoren

Ten aanzien van de moedertekst kent een vertaling nieuwe omgevingsfactoren. Zo is er allereerst de tijd. Een vertaling bestaat per definitie altijd later in de tijd dan de oorspronkelijke tekst(1).  Er is ook de evidente rol van de andere taal waarin de oorspronkelijke tekst wordt vertaald.

Met die twee factoren – de andere tijd en de andere taal – rijst de vraag of je bron(taal)gericht of doel(taal)gericht moet vertalen.

Concreet: hoe vertaal je een tekst uit 1972 vandaag? Laat je het jaar 1972 in je vertaling doorschemeren  en opteer je dus voor een historiserende aanpak? Of heb je in je vertaling juist meer oog voor het jaar waarin de vertaling tot stand komt? Dit noemen we een actualiserende aanpak.

Met betrekking tot het gegeven van de andere taal rijst de vraag of er in de vertaling een cultureel spoor van de brontaal aanwezig moet zijn (vervreemding), of net niet (domesticatie-transpositie)?

 

Daarmee is de kous niet af

Als vertaler kun je dus historiseren, actualiseren, vervreemden of domesticeren. Bovendien kun je dat in verschillende gradaties doen. En je kunt ook combineren: een historiserende vervreemdende vertaling(2) bijvoorbeeld, of een historiserende domesticerende vertaling(3), of een actualiserende vervreemdende vertaling(4), of een actualiserende domesticerende vertaling(5).

Hoe dan ook vinden we deze polariteiten vaak terug in verschillende vertaaltheorieën.

 

Door de bomen het bos niet meer zien…

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik niet alle mogelijke vertaaltheorieën gezien en gelezen heb.

Ik heb de tekst-analytische functionele benadering gezien, de hermeneutische benadering, de relevantietheorie om er nog een paar te noemen. Na een tijdje kon ik slechts nog maar met veel moeite het bos door de bomen zien, en daarna helemaal niet meer…

 

Oef! Adequaatheid als synthese

Een licht in het bos vond ik bij David Horton. Hij ziet een grootste gemene deler tussen alle vertaaltheoretische benaderingen: de adequaatheid van de doeltekst ten aanzien van de brontekst. Concreet wordt daarbij het taalgebruik, de betekenis en de zinsstructuur van de doeltekst vergeleken met die van de brontekst. Bij die vergelijkingstoets wordt ook rekening gehouden met het culturele kader, met de mogelijkheden van de doeltaal, en ook met de functie van de doeltekst(6).

Maar ook hier kan er nog steeds een eerder brontekstgerichte of een eerder doeltekstgerichte keuze worden gemaakt.

 

Een nieuwe verruimde kwaliteitsbenadering

Ik vind uiteindelijk houvast bij Paul Fields en zijn collega’s die algemeen kwaliteitsmanagement op de vertaalsector toepassen(7).

Zij gaan uit van het kwaliteitsmodel van David Garvin (Harvard Business School). Er zijn volgens dit model vijf mogelijke invalshoeken die niet van elkaar losstaan:

1) De transcendente benadering (transcendent approach) vindt kwaliteit op zich moeilijk te definiëren, maar je herkent het wel als je het ziet. Dat klinkt nogal abstract, maar concreet toegepast op de vertaalsector betekent het dat de kwaliteit van een vertaling tot uiting komt door de deskundigheid van de vertaler. Als de vertaler topkwaliteit is, zal zijn vertaalwerk dat (als vanzelf, op natuurlijke wijze) ook zijn: “If the translator is an expert professional, then the target text will be excellent and its quality need not to be measured, even if such measurement were possible(8).”

2) De productbenadering (product-based approach) kijkt naar het product. In de vertaalsector is dit dus de vertaling. In deze benadering voldoet de kwaliteit, als de vertaling bepaalde karakteristieken vertoont, bijvoorbeeld een vlotte leesbaarheid, een goede overeenkomst met de brontekst.

3) De gebruikersbenadering (user-based approach) gaat ervan uit dat de vertaling moet voldoen aan de behoeften van de eindgebruiker.

4) Bij de productiebenadering (production-based appraoch) wordt nagegaan of bepaalde goede processen werden nageleefd. In de vertaalsector bestaan dergelijke standaardprocedures, bijvoorbeeld ISO 17100 Translation services – Requirements for translation services(9).

5) De waardebenadering (value-based approach) gaat uit van de economische waarde van de vertaling. Hoe hoger de economische waarde, hoe kwaliteitsvoller de vertaling. “(…) The value approach asserts that a translation’s economic benefit to the requester must exceed its cost. Otherwise, the translation is unattractive and undesirable; it lacks sufficient value(10).”

 

In dit feuilleton analyseren we case per case hoe de rechter omgaat met vertaalkwaliteit. De verschillende kwaliteitsbenaderingen van Fields & co gebruiken we daarbij als rode draad.

De tweede aflevering speelt zich af in de rechtbank. Daar blijkt al meteen dat vertaalkwaliteit in de rechtbank niet hetzelfde is als buiten de rechtbank.

 

De rechter en de kwaliteit van de vertaling. Feuilleton (Inleiding)

 

(1) D. WEIDNER, Traduction et survie. Walter Benjamin lit Marcel Proust, Paris, Éditions de l’éclat, 2015, 47: “(…) Benjamin, (…) à travers le propos sur le temps, (…) montre comment la traduction est, par nature, historique (…).”

(2) Waarbij zowel het tijdsaspect als het andere taalgegeven zich naar de oorspronkelijke tekst richt.

(3) Waarbij het tijdsaspect zich naar de oorspronkelijke tekst richt, en het andere taalgegeven naar de doeltekst.

(4) Waarbij het tijdsaspect zich naar de doeltekst richt, en het andere taalgegeven naar de oorspronkelijke tekst.

(5) Waarbij zowel het tijdsaspect als het andere taalgegeven zich naar de doeltekst richt.

(6) M. MAGRIS, “La valutazione della qualità della traduzione nella teoria e nelle pratica” in G. BENELLI en G. TONINI (eds.), Studi in ricordo di Carmen Sànchez Montero, Trieste, EUT Edizioni Università di Trieste, 2006, 183-184.

(7) P. FIELDS, D. HAGUE, G.S. KOBY, A. LOMMEL, A. MELBY, “What is Quality? A Management Discipline and the Translation Industry Get Acquainted”, Revista Tradumàtica: tecnologies de la traducció, 2014, 404-412.

(8) P. FIELDS, D. HAGUE, G.S. KOBY, A. LOMMEL, A. MELBY, “What is Quality? A Management Discipline and the Translation Industry Get Acquainted”, Revista Tradumàtica: tecnologies de la traducció, 2014, 408.

(9) Zie https://www.iso.org/standard/59149.html.

(10) P. FIELDS, D. HAGUE, G.S. KOBY, A. LOMMEL, A. MELBY, “What is Quality? A Management Discipline and the Translation Industry Get Acquainted”, Revista Tradumàtica: tecnologies de la traducció, 2014, 410.

 

Aanvullende gegevens