Door de bril van de taal (Guy Deutscher, vertaald door Felix van de Laar): recensie

Door de bril van de taal (Guy Deutscher, vertaald door Felix van de Laar): recensieDoor de bril van de taal
Ondertitel: Hoe woorden de wereld kleuren
Auteur: Guy Deutscher
Nederlandse vertaling: Felix van de Laar
Uitgegeven bij Unieboek - Het Spectrum (2012)
ISBN (paperback): 978-900031131-6
Recensie: Luk Vanrespaille


Velen hebben de intuïtie dat de taal waarin ze zijn opgegroeid minder neutraal is dan pakweg hun haarkleur. Men gaat er vaak van uit dat taal iets weerspiegelt van de aard van zijn gebruikers en sommigen menen ook dat taal iets doet met hen en hun denken beïnvloedt.

Zo is wel eens geopperd dat de anglicaanse godsdienst er noodzakelijk moest komen, vanwege de grammatica van het Engels, die zich ergens halverwege het katholieke Frans en het protestantse Duits ophoudt. En keizer Karel beweerde Spaans te spreken tegen God, Italiaans tegen de vrouwen, Frans tegen de mannen en Duits tegen zijn paard.


Deze en nog vele andere anekdoten tref je aan in het zeer lezenswaardige boek dat de Israëlische taalkundige Guy Deutscher schreef over de kwestie wat een taal zegt over haar sprekers en wat ze eventueel met hen doet.
Hij wil duidelijk het niveau van de 'puistjesmetafysica' van weliswaar oprecht verwonderde pubers overstijgen en op een strikt wetenschappelijke wijze de vraag beantwoorden wat we nu werkelijk te zien krijgen in die spiegel van de taal: natuur of cultuur.

Het hele eerste deel, ongeveer de helft van het boek, is hieraan gewijd: toont taal ons vooral de universele menselijke natuur of blijkt een taal veeleer een veruitwendiging van de conventies van een bepaalde cultuur, in de brede zin van het woord?

Het gezond verstand zegt dat we bepaalde schepsels nogal willekeurig 'perro', 'chien', 'dog' of 'hond' kunnen noemen, maar dat we van nature überhaupt een begrip hebben voor dat beest. Volgens Aristoteles al zouden de begrippen, de 'indrukken van de ziel', voor de hele mensheid dezelfde geweest zijn. Alleen de klanken verschilden. De natuur ordent de werkelijkheid. De cultuur plakt labels op die ordening.
Helaas klopt daar niet veel van. Bij abstracte begrippen doen talen ongeveer compleet hun zin. Het Engelse 'mind' vertaal je nu eens als 'mening', dan weer als 'zin', 'kop', 'geest', 'mentaliteit', 'verstand', 'ideeën', 'gedachten'... Deutscher laat bovendien zien dat het ook voor heel natuurlijke termen vaak niet klopt. Wie Hawaïaans spreekt, heeft dezelfde lichaamsdelen als iedereen, maar geen afzonderlijk woord voor arm, hand en vingers. Ook hier overtroeft de cultuur de natuur.

Daarmee is het kader geschetst. Bij elke stap laat de auteur ons concluderen: 'ja, maar' en verlegt hij weer de focus. Dat levert een prikkelende, intellectuele reis op doorheen de tijd en een pittige discussie tussen filosofische tradities.
Het terrein dat hij het uitvoerigste uitwerkt, is dat van de kleuren, zoals de ondertitel mooi samenvat: 'Hoe woorden de wereld kleuren'. Wat bepaalt ons taalgebruik en onze woordenschat over kleuren? Hoe we van nature zien of hoe we hebben leren kijken: natuur of cultuur? Over die vraag wordt al eeuwen gebakkeleid tussen de universalisten en de relativisten, of tussen aanhangers van het nativisme, die zeggen dat alles aangeboren is en de voorstanders van een vorm van culturalisme, die menen dat alles aangeleerd is.

In drie en nog wat hoofdstukken neemt de auteur ons mee naar zijn afsluitende 'ja, maar'. Dat gaat als volgt.

Aanvullende gegevens